Naar schatting 45% procent van de bevolking heeft last van een of meerdere voedselintoleranties. Dat wil zeggen dat ze bepaalde voedingsmiddelen of voedingsstoffen niet goed verteren, niet goed opnemen of niet goed kunnen afbreken.
Dat geeft vaak maagdarmklachten, maar het kan ook een oorzaak zijn van heel veel uiteenlopende lichamelijke en mentale klachten.
Het verschil met een voedselallergie is dat bij voedselintolerantie niet de typische immunologische IgE reactie tegen een eiwit plaatsvindt. Toch kan een voedselintolerantie evengoed gepaard gaan met de aanmaak van antilichamen. Het verschil is niet altijd zo duidelijk en de onderliggende oorzaken zijn sterk overlappend.
De bekendste voedselintoleranties zijn glutenintolerantie, lactose-intolerantie, fructose-intolerantie, FODMAP-intolerantie en histamine-intolerantie, maar in principe kan je intolerant zijn of worden voor elk voedingsmiddel of elke voedingsstof, voor suikers, eiwitten of vetten, voor natuurlijke en chemische additieven, voor bioactieve stoffen in de voeding, …
Alles wat je lichaam niet kan verteren, opnemen en verwerken, kan in mindere of meerdere mate klachten veroorzaken. Sommige mensen zijn intolerant of ‘overgevoelig’ voor zóveel voedingsmiddelen dat ze bijna niets kunnen eten.
Als je de oorzaken behandelt, hoef je niet levenslang bepaalde voedingsmiddelen te vermijden.
Een intolerantie die vaak voorkomt is glutenintolerantie. Hieronder meer daarover.
Voedselintolerantie symptomen
De symptomen van een voedingsintolerantie IgG1-3 kunnen zich tot 72 uur na het eten van een ‘trigger’-voedingsmiddel tonen.
Gemiddeld hebben personen die aan voedingsintoleranties lijden ca. 4 tot 5 van deze trigger-voedingsmiddelen.
Bron: RP-sanitas
Hoge IgG4-antilichaam concentraties komen vooral voor bij granen, melk, ei, noten en kiwi’s. Wanneer de verhoogde blootstelling aan de allergenen langer voortduurt, dan kan het een IgE-gemedieerde reactie, ofwel een echte allergie worden. Bij een voedselallergie van IgE dan is er een reactie binnen 2 uur op een voedingsmiddel. Denk bijvoorbeeld aan een pinda allergie.
Glutenintolerantie
Een van de meest voorkomende, bekendste en meest onderzochte vormen van voedselintolerantie is glutenintolerantie. Gluten is een eiwit in tarwe, rogge, gerst en spelt dat bij veel mensen klachten veroorzaakt omdat ze het niet goed verteren en afbreken. De meest extreme vorm van glutenintolerantie is coeliakie, een chronische darmziekte. Coeliakie is het eindstadium van een abnormale immuunreactie tegen gluten. De klinische manifestaties of symptomen zijn heel uiteenlopend, met niet alleen typische darmklachten, maar ook heel veel niet-typische klachten buiten de darmen.
Deze mensen kunnen zelfs niet tegen sporen van gluten.
Glutenintolerantie is een niet-allergische gevoeligheid voor gluten. Lange tijd werd het bestaan ervan ontkend en werden alleen de ‘echte’ allergische vormen coeliakie en tarwe-allergie erkend. De reden daarvoor is dat glutenintolerantie moeilijk vast te stellen is met de klassieke diagnostische methoden. Wanneer coeliakie en tarwe-allergie uitgesloten worden, is het besluit nog vaak dat gluten geen probleem vormt.
Ondertussen wordt glutenintolerantie erkend als oorzaak van heel veel gezondheidsklachten en ziektebeelden. Het ‘bewijs’ wordt geleverd doordat een groot deel van die klachten (en soms alle klachten) verdwijnen door een paar maanden geen gluten meer te eten. Zodra men weer gluten eet, komen ze terug.
Glutenintolerantie kan naast maagdarmklachten heel veel uiteenlopende gezondheidsproblemen veroorzaken, waarvan een groot deel vage klachten zijn, zoals vermoeidheid, hersenmist, geheugen- en concentratieproblemen, prikkelbaarheid, angst, depressie, spier- en gewrichtsproblemen, tintelingen en gevoelloosheid, huiduitslag, enz.
Voor alle duidelijkheid: deze symptomen en klachten worden niet veroorzaakt door gluten, maar door intolerantie of overgevoeligheid voor gluten. Dat is een groot verschil. Wanneer gluten goed afgebroken wordt, geeft het geen klachten. Dat geldt ook voor alle andere voedingsstoffen.
Voedselintolerantie test orthomoleculair
Dit is een voorbeeld van een voedselintolerantie test die orthomoleculair aan te vragen is.
Je ziet een verhoogde gevoeligheid voor amandel, hazelnoten en sperziebonen. Waarbij amandel klasse 3 is van iGg4.
In dit geval kwam lijnzaad, walnoot, cashewnoot en paranoot in groep 2. Deze worden geadviseerd met tussenpozen van 3 tot 4 dagen te eten.
IgG4 voedselintolerantie
IgG4-gemedieerde intoleranties zijn zelden een leven lang aanwezig. Ze zijn reversibel. Een voorwaarde is wel dat de voedingsmiddelen die niet worden verdragen tijdelijk worden geëlimineerd en dat het darmslijmvlies wordt gestabiliseerd.
Dus met tussenpozen van 3 of 4 dagen.
Bij voedingsmiddelen met een concentratie van antilichamen van 1,5 – 3,5 kU /I wordt geadviseerd deze 2 maanden te schrappen. En bij hogere klassen minimaal 3 maanden.
Wil je ook weten of je voedselintoleranties hebt ? Neem contact op en vraag een intolerantietest aan.